Natuurfotograaf Jeffrey Van Daele vertelt over zijn ervaringen als fotogids op een reis naar Antarctica
De in België gevestigde beeldmaker Jeffrey Van Daele is een natuurfotograaf die veel wegheeft van een documentairemaker. “Ik maak vooral foto’s van dieren, maar ik probeer verder te gaan en me meer te richten op behoud”, legt hij uit.
“Dat betekent ook de niet zo mooie beelden van wilde dieren vastleggen. Voor mijn werk als gids moet ik natuurlijk klassieke foto’s maken – mooie onderwerpen met creatieve technieken en mooie achtergronden. Maar in mijn vrije tijd probeer ik meestal foto’s te maken van dieren in nood of die gerehabiliteerd worden om een bredere boodschap te geven over wat er aan de hand is.”

In november 2024 begon Jeffrey aan een reis naar Antarctica aan boord van een gecharterd schip met 100 Nederlandstalige vogelspotters, fotografieliefhebbers en toeristen. Jeffrey behoorde tot de vijf gidsen voor fotografie, die excursies van het schip naar de oevers van elke bestemming zouden leiden.
“Vanaf Argentinië namen we eerst het schip naar de Falklandeilanden”, herinnert Jeffrey zich. “Van daaruit gingen we naar Zuid-Georgië, van Zuid-Georgië naar Antarctica en vervolgens terug naar Ushuaia. Dat is een lange reis – normaal gaan mensen gewoon heen en terug naar Antarctica. Maar we wilden Zuid-Georgië doen omdat je daar enorme pinguïnkolonies hebt. Het is een unieke belevenis.”

Zuid-Georgië verkennen
“Er waren ongeveer 200.000 koningspinguïns op Zuid-Georgië”, legt Jeffrey uit. “Omdat het expeditieschip ongeveer 100 meter van de kust bleef, moesten we een Zodiac nemen om aan wal te gaan. Als er te veel wind is, is dat onmogelijk, dus het is nooit zeker of het ook kan.”
De groep van Jeffrey had geluk met de weeromstandigheden en ging meerdere keren aan wal tijdens hun verblijf bij Zuid-Georgië. “Het schip dat na ons kwam, kwam nooit aan wal – de oceaan was te ruw”, merkt hij op. “Maar wij konden dat wel.”

Dit was echter allerminst de laatste uitdaging voor de groep. “Omdat er vorig jaar vogelgriep was – en ook een beetje dit jaar – konden we niet op de grond gaan liggen. We konden niet gaan zitten. We konden onze rugzakken niet op de grond zetten. Alleen onze schoenen mochten de grond aanraken”, beschrijft Jeffrey. “Aan het einde moesten we een bioveiligheidscontrole uitvoeren – elke groef in je schoen moest worden schoongemaakt.”
Vanuit fotografieperspectief heeft dit invloed gehad op de manier waarop de groep kon werken. “Je rugzak uitpakken was echt een gedoe; je moest om hulp vragen”, legt Jeffrey uit. “Ik ga graag veel op de grond liggen om een laag gezichtspunt te krijgen, maar daar moest je gewoon hurken, je camera laag op de grond zetten en naar het LCD-scherm kijken. Voor sommige mensen is dat niet zo eenvoudig. Maar fotografie is niet altijd even gemakkelijk.”

Het was een uitzonderlijke locatie die kansen bood voor volstrekt unieke beelden. “Zuid-Georgië was ongelooflijk”, zegt Jeffrey enthousiast. “Je hoort steeds honderdduizenden pinguïns brullen. Ze komen naar je toe omdat je vreemd bent en ze willen weten wat je bent, maar je moet een afstand van vijf meter aanhouden, dus we gingen voortdurend achteruit. Het is geweldig om tussen al die pinguïns en zeeolifanten te zitten. En het is er nooit stil. Er zijn zoveel dierengeluiden, het is overweldigend.”

Uitzoomen
In een dergelijke omgeving kan het moeilijk zijn om je te concentreren op individuele composities. Daarom raadt Jeffrey aan om zoveel mogelijk van de locatie op te nemen.
“Je hebt de standaardfoto’s, composities die je mensen tijdens de tour voorstelt; close-upportretten van de dieren en dat soort dingen. Voor mijn natuurfotografie gebruik ik echter meestal een wijdere lens. Als ik in Antarctica ben, wil ik niet zomaar een portret maken van een pinguïn – ik wil de omgeving mee vastleggen.”

“Ik kan ook een portret maken van een pinguïn in een natuurpark in België”, vertelt hij. “Hier wilde ik de achtergrond. Veel mensen probeerden de uitwerpselen te verbergen, de guano op de grond, omdat dat lelijk is. Maar dat is het leven dat deze pinguïns hebben, dus je moet daar een foto van maken.”
“Ik wil meer een documentairestijl, niet alleen foto’s die je overal kunt maken. Je moet aan mensen laten zien: dit is Zuid-Georgië; dit is Antarctica.”
De verandering in sfeer tussen deze twee locaties was schril, merkt Jeffrey op. “Toen we bij Antarctica aankwamen, was het heel vroeg in de lente, dus het ijs smolt,” beschrijft hij. “We moesten op zoek naar plekken om aan wal te gaan, en er waren kleine stippen pinguïnkolonies – misschien 30 of 50 vogels. Ze waren verspreid over het witte, besneeuwde landschap en het was heel minimalistisch en vredig – een compleet andere omgeving.”

Een minimalistische aanpak
Voor één van de keren dat ze aan wal gingen in Antarctica koos Jeffrey ervoor om zijn FUJIFILM X-H2S, X-T5 en de collectie X Series lenses op het schip te laten liggen om zijn creativiteit te focussen. “Ik daag mezelf graag uit. Iedereen pakte lenzen van 500 mm of 600 mm, dus op één excursie besloot ik gewoon mijn FUJIFILM X100VI. mee te nemen. Ik dacht, ik neem hem gewoon mee, ga aan wal en kijk wat ik kan doen.”
“Het is makkelijk met een grote telefotolens. Als je problemen hebt met je compositie, kan je gewoon inzoomen en je probleem is weg; je hebt een andere compositie”, merkt hij op.

Dit was meer dan een uitdaging van zichzelf, het experiment werd uiteindelijk een van de hoogtepunten voor Jeffrey. “Het is een moment dat ik nooit zal vergeten”, zegt hij enthousiast. “Ik had niet al deze kilo’s op mijn rug, dus ik kon gewoon rondlopen en van alles genieten.”
“Je kunt ook prachtige foto’s maken met een kleine camera – en dit was tegen het einde van de reis, dus mensen hadden niet zoveel hulp nodig bij hun fotografie. Ik kon gewoon ronddwalen en mijn eigen ding doen. Het was de allerrustigste die ik in Antarctica heb gemaakt.”

Een ander hoogtepunt was het spotten van een volledig zwarte koningspinguïn. “Dat komt heel zelden voor, een op de 250.000”, merkt Jeffrey op. “Het is een normale koningspinguïn, maar met melanisme, dus hij heeft een pigmentaandoening die hem volledig zwart maakt.”
“In 2016 ging mijn collega naar Antarctica en zag er een gele pinguïn – een andere pigmentaandoening. Die foto’s kwamen over de hele wereld in het nieuws; het was nog specialer dan de zwarte pinguïn. Over drie jaar zal ik nog een rondleiding naar Antarctica begeleiden en we hopen een rode pinguïn te zien – dan hebben we de Belgische vlag!”

Een unieke stijl opbouwen
Voor Jeffrey is de kleurwetenschap van Fujifilm een enorm voordeel voor zijn creatieve proces. “De Film Simulations zijn ongelooflijk”, merkt hij op. “Ik kijk naar de foto en denk: ‘Oké, als ik dat analoog had gedaan, welke film zou ik dan hebben gebruikt?’ Dan neem ik gewoon die film en programmeer hem in mijn camera. Ik doe veel naverwerking in zwart-wit, maar voor kleur hoef ik niets te doen. Echt, de simulaties kloppen precies.”
Desondanks kiest Jeffrey de compositie voor zijn foto’s uitsluitend met een monochrome preview. “Ik werk altijd in zwart-wit – zelfs als ik het kleurenbeeld wil, gebruik ik de ACROS-filmsimulatie met het rode filter voor de preview”, legt hij uit. “Dat komt omdat ik van donkere luchten hou. Ik kan meer vormen en lijnen zien; ik kan het contrast beter zien.”
Als het gaat om het bewerken van zijn zwart-witbeelden, zal Jeffrey ACROS+R vaak als uitgangspunt nemen. “Ik houd de filmsimulatie en gebruik dan doordrukken en tegenhouden”, legt hij uit. “Ik kan een half uur tot een uur aan elke foto werken. Het zijn dezelfde technieken die ik zou gebruiken in de donkere kamer, toen ik nog analoog werkte.”

Jeffrey moedigt zijn tourgroepen altijd aan om de unieke omgeving volledig te omarmen en die zo veel mogelijk deel te laten uitmaken van hun foto’s. “Kijk naar de omgeving en plaats je onderwerp erin”, zegt hij. “Elke keer voor we aan wal gingen, gaven we uitleg over fotografie en zeiden we tegen de mensen: ‘Ja, neem een lange lens mee, maar leg deze opzij. Neem een brede lens mee en gebruik die.’
“Op al mijn reizen is dat het moeilijkste om mensen van te overtuigen. Ze willen altijd zo dichtbij mogelijk komen. Ik begrijp dat ze die beelden willen, maar als ze die eenmaal hebben – ik bedoel, je kunt 1000 close-ups maken, maar als dat telkens dezelfde soort pinguïn is, zien de foto’s er allemaal hetzelfde uit.”

“Uitzoomen is moeilijk. Je moet meer bekijken – de lijnen moeten overeenkomen; je moet balans in je foto hebben. Het is moeilijker, en daarom blijven mensen aan hun lange lenzen plakken – ze kunnen al hun problemen wegzoomen.”
Er is geen snelle manier om deze omgevingscomposities consistent te vinden, maar de eerste stap is om eraan te werken, merkt Jeffrey op. “Daarom laat ik mijn foto’s aan mensen zien. Dan zijn ze overtuigd, maar op zichzelf gaan ze het niet proberen. Je moet oefenen.”