Guillaume Flandre legt uit hoe belangrijk het voor een straatfotograaf is om overal voor open te staan om succesvol te kunnen zijn
Guillaume Flandre is een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde fotograaf die een mix van straat- en reisfotografie maakt. “De grens tussen reis- en straatfotografie is beslist niet scherp”, beweert hij. “Ik maak graag ook altijd wat streetstylefoto’s wanneer ik toch eenmaal op reis ben. Veel van mijn inspiratie haal ik uit straatfotografie, dus dat is wat mijn voorkeur heeft en wat ik graag maak.”
Guillaume heeft veel respect voor de 20e-eeuwse pioniers op het gebied van straatfotografie, hoewel voor zijn eclectische stijl ook inspiratie is gehaald uit hedendaagse makers en volledig ongerelateerde visuele genres.
“Ik haal inspiratie uit klassieke fotografen zoals Henri Cartier-Bresson en Joel Meyerowitz. Ook laat ik me inspireren door een momenteel actieve Amerikaanse straatfotograaf met de naam Joe Greer. Hij reist veel, dus daar voel ik me als fotograaf sterk mee verwant.
“Ik houd ook van modefotografie en het stilleven,” vervolgt Guillaume. “Ik haal inspiratie uit allerlei soorten fotografie.”

Een open mind als uitgangspunt
Als iemand die grotendeels op locaties werkt die voor hem nog onbekend zijn, kan Guillaume zich niet verlaten op kennis van de plaatselijke omgeving om een voedingsbodem te vinden voor zijn composities. Daarom probeert hij zijn verwachtingen te temperen en gewoon spontaan te reageren op de energie van wat hij in het moment aantreft.
“De vraag welke foto’s ik ga maken benader ik ruimdenkend,” aldus Guillaume. “Ik volg niet per definitie een duidelijk vooropgezet plan en heb geen duidelijk uitgangspunt in gedachten. De eerste paar uur ben ik bezig met experimenteren en rondlopen. Dan ben ik in gedachten met heel veel foto’s tegelijk bezig tot er ineens iets op zijn plek valt. En dan denk ik: ‘Ja, dat is een invalshoek waar ik eens wat meer mee ga spelen.’”
“Soms betekent dat dat er een hele serie ontstaat, een andere keer maak ik juist heel veel verschillende soorten foto’s en vind ik daar achteraf pas, tijdens het bewerkings- of selectieproces, de samenhang in terug. Vaak is er een verband waar ik me op het moment dat ik de foto maak nog niet bewust van ben.
“Ik duik er eigenlijk gewoon helemaal blind in. Dan is het gewoon kijken wat er gebeurt op de momenten die je toch nooit van tevoren kunt voorspellen. Dat maakt straatfotografie ook zo ontzettend leuk – je weet nooit wat je weer tegenkomt.”

Toch zijn er bepaalde grondbeginselen waar Guillaume zonder aarzelen op terugvalt als hij naar een resultaat op zoek is. “Er zijn dingen waar ik meestal wel iets mee kan – veelvoorkomende patronen. Als je ergens een mooie lichtinval ziet tegen een interessante achtergrond, een specifieke textuur, een reflectie, dan maak ik daar meteen dankbaar gebruik van en beproef ik mijn geluk,” vertelt hij. “Ik blijf daar dan gewoon staan, kadreer die achtergrond en wacht tot er op de voorgrond ineens iets gebeurt.
“Geduld hebben werkt echt bij straatfotografie. Als je gewoon maar bereid bent om daar te gaan staan en te blijven wachten, gebeurt er vanzelf iets interessants. Natuurlijk is het niet altijd zo dat je geluk hebt, maar ik wacht soms wel een half uur als er een achtergrond is waar ik echt iets mee wil doen. Dan wacht ik gewoon tot het moment er dan ook is.”
In de tussentijd blijft Guillaume zijn omgeving voortdurend in de gaten houden en zorgt hij ervoor dat hij niets onverwachts dat voorbijkomt aan zijn aandacht laat voorbijgaan. “Dat is de reactievere kant,” vertelt hij. “Ik blijf er altijd alert op dat er misschien iets voor mijn neus zou kunnen gaan gebeuren en zorg er dan voor dat ik mijn camera al vastheb, klaar om meteen een foto te kunnen maken met een instelling die logisch is met het oog op de belichting en de omgeving. Zodoende ben ik er altijd vrij zeker van dat als er plotseling iets voor mijn neus gebeurt, ik toch een scherp beeld zal overhouden als ik ineens een foto maak.”

De straten in kaart brengen
Om zo goed mogelijk te kunnen werken, houdt Guillaume een uitputtend overzicht bij van veelbelovende plekken voor straatfotografie. “Dat is onderzoek dat nooit ophoudt,” vertelt hij. “Ik heb altijd een kaart bij me met interessante locaties die ik nog nooit heb bezocht. Als ik ergens jaren later terugkom, heb ik ter referentie dingen genoteerd die ik daar de vorige keer heb opgemerkt.”
Bij aankomst op een nieuwe plek begint Guillaume meestal door het epicentrum van alle activiteit op te zoeken. “Ik ga misschien naar een groot marktplein of een drukke straat omdat er zich daar veel mensen rondbewegen. Ik voel me meestal aangetrokken tot drukkere plekken, maar soms volg ik ook een dwaalspoor en sta ik het mezelf toe te verdwalen.
“Ik zoek een bepaalde buurt dan in eerste instantie op vanwege een grote drukke straat, maar dwaal vervolgens af en verken de rustige gebieden daaromheen. Zo vind ik interessante plekken tegen waarvan ik niet wist dat ze bestonden.”

Ondanks zijn liefde voor exploratie is het maken van foto’s die wat hij aantreft perfect weergeven niet Guillaumes belangrijkste bedoeling. “Het is niet per definitie mijn doel om documentairefotograaf te zijn”, vertelt hij. “Het is mij er niet om te doen een voorval precies zo weer te geven als het is, het gaat meer om het maken van een prachtige foto.
“Natuurlijk is dat afhankelijk van wat ik mooi vind. Maar wat mij echt motiveert is de mogelijkheid om de schoonheid waarneembaar te maken van iets alledaags dat door de meeste mensen niet mooi zou worden gevonden.
“Zelfs als ik geen camera bij me heb, kijk ik altijd goed om me heen en merk ik dingen op. Het is bijna een soort kinderlijke verwondering om de wereld. Ik probeer met mijn fotografie te laten zien wat ik zelf zie. Het is een manier om te zeggen: ‘Kijk eens naar dit. Deze prullenbak kan, ondanks dat het een prullenbak is, nog steeds prachtig zijn.”

De apparatuur die Guillaume voor zijn straatfotografie gebruikt
“De camera die ik momenteel gebruik is een FUJIFILM X-T5 en er zijn hoofdzakelijk eigenlijk maar twee objectieven die ik de afgelopen tien jaar gebruikt heb”, aldus Guillaume. “Dat zijn de FUJINON XF56mmF1.2 R en XF23mmF1.4 R. Ik gebruik allebei graag voor heel verschillende soorten foto’s, ook al heb je met een 56mm objectief nou niet direct een klassieke brandpuntsafstand voor straatfotografie in handen.
“De 23mm is minder veelzijdig, maar je krijgt wel veel beweging van mensen en elementen binnen het beeld.
“Met de 56mm moet je je op één ding concentreren, dus je hebt de neiging om foto’s van details te maken of het beeld platter te maken – en er zijn situaties waarin dat een interessant effect kan hebben. Je kunt zo een hele serie maken en daarbij verschillende kadreringen en details uitproberen.

“Van tijd tot tijd probeer ik andere objectieven uit, maar ik blijf terugkeren bij deze twee. Soms heb ik beide gedurende de dag allebei bij me, maar op andere momenten wil ik juist lichter bepakt onderweg zijn. In zulke gevallen pak ik gewoon mijn camera en denk: ‘Op deze dag ga ik gewoon mijn geluk beproeven – ik waag het erop met alleen de 23mm.’
“Op de eerste dag mis ik meestal bepaalde dingen en ontdek dan veel kansen die me het gevoel geven dat overstappen op de 56mm misschien een betere keuze zou zijn. Zo wissel ik de objectieven dan met elkaar af.”
Hoewel het ontmoedigend kan zijn om goede fotokansen te moeten laten schieten vanwege de beperkingen die apparatuur met zich meebrengt, beschouwt Guillaume de aanwezigheid van dergelijke beperkingen als een manier die de creativiteit stimuleert.
“Ik moet aanvaarden dat ik altijd wat foto’s misloop”, zegt hij. “In het begin is dat moeilijk, maar inmiddels zie ik het meer als een uitdaging: ‘Vandaag vind ik prachtige foto’s met dit objectief.’ Daarom ben ik ook van mening dat het belangrijk is om gewoon rond te gaan lopen zonder een bepaald doel voor ogen te hebben en voor je omgeving open te staan, want alleen dan merk je kansen op.”

Wat de camerabody betreft biedt de 40,2-megapixel X-T5 voor straatfotografie een balans tussen draagbaarheid en prestaties die aansluit bij Guillaumes smaakbeeld. “De X-T5 is precies de juiste maat voor mij,” vertelt hij. “Ik hou van het GFX-systeem – ik heb het voor straatfotografie gebruikt. Het heeft een interessante beeldverhouding en leidt tot een aantal zeer goede details.
“Maar uiteindelijk is de X-T5 vooral ook licht en discreet, wat betekent dat ik hem gemakkelijker mee kan nemen op langere reizen. De camera is geweldig wat betreft kwaliteit en heeft een goede burst-modus, wat bij straatfotografie het verschil kan maken tussen het wel of niet krijgen van de perfecte foto.

Met de kin omhoog
Met zijn jarenlange ervaring in het genre heeft Guillaume geleerd nooit te blijven treuren om gemiste kansen. “De belangrijkste les is doorzettingsvermogen,” vertelt hij. “Je zult veel foto’s mislopen en veel geweldige momenten verpesten, ook al weet je naderhand dat je daarmee de mooiste foto van je leven zou hebben gemaakt. Juist die blijkt dan toch onscherp te zijn, of je hebt gewoon niet genoeg tijd om op tijd te zijn om de foto nog te kunnen nemen. Of je hebt je camera niet bij je.
“Je moet veerkrachtig blijven en doorzetten. Blijf gewoon je geluk beproeven, dan gebeurt er de volgende keer vanzelf iets geweldigs. Het zal nooit precies zijn waar je naar op zoek was, maar tegelijkertijd is het enige dat je hoeft te doen die gedachte loslaten. In je hoofd kun je je blijven herinneren wat er is gebeurd. Niet alles hoeft een foto te zijn.”
In plaats daarvan stelt hij voor om gewoon te blijven uitkijken naar de volgende geweldige foto die je kunt maken. Ook beweert Guillaume dat, voordat er sprake kan zijn van een echt indrukwekkende straatfoto, er steeds aan twee criteria moet zijn voldaan.

“Een goede straatfoto verrast je. Het kan zijn dat het tafereel zelf verrassend is – dat je dit gewoon niet voor mogelijk gehouden had,” vertelt hij.
“Maar de foto’s waar ik zelf de voorkeur aan geef zijn de foto’s met een inhoud, een tafereel dat op zich interessant is maar dankzij de kadrering naar een hoger plan wordt getild.
“De combinatie van die twee dingen is wonderlijk. Als je zo’n foto ziet, vraag je je af: ‘Hoe máák je zo’n foto überhaupt?’ Je krijgt de indruk dat wat je ziet in scène is gezet, want het is zo’n uniek moment dat is gemaakt op een manier die esthetisch gezien perfect is. Als het je gelukt is om die twee dingen samen te brengen, heb je echt een oogverblindende foto. Dat is steeds het doel.”